(No. 17) Dit huis werd 2 Januari 1607 (Reg. no. 303 f. 140 vso) door Elisabeth, de dochter van Henrick Kemp en Dorffken, de dochter van Henrick Wilemszn Gast, verkocht aan den schilder mr. Jan van Noort, zoon van mr. Jan van Noort (den zoon van Jan van Noort van Utrecht) en Catharina, de dochter van den steenhouwer mr. Jan Darkennis Sr. Kort na 1629 werd het gezegd toe te behooren en tot woning te verstrekken aan Johan van Noort, raad van den Bosch, zijnde wellicht dezelfde als genoemde schilder mr. Jan van Noort.
Het werd van hem geërfd door diens dochter Helena van Noort, die het ten huwelijk bracht aan haren echtgenoot Jacob van Casteren.
Van deze echtelieden werd het geërfd door hunne kinderen: Catharina van Casteren, huisvrouw van Dirck van Cattenburgh, president- schepen van den Bosch en tresorier van Zijne Exc. van Brederode, gouverneur van die stad, en Govart van Casteren, raad van diezelfde stad; zij verkochten het 26 April 1651 (Reg. n°. 400 f. 172), als wanneer het werd omschreven als: eene huysinge, erve, hoff ende achterhuys, staande in de Kerkstraat tegenover de Krullartstraat tusschen het huis der erfgenamen van Simon van Bethmeer Janszn Marktwaarts ex uno en dat van mr. Bernard Janszn van der Holen, chirurgyn,
| 317 |
(vóór hem de erfgenamen van den wollenlakenkooper Jan Coenen) ex alio, aan Anthony Coremans Gijsbertszn. Deze was gehuwd met Gijsbertje, dochter van Mathijs van den Ancker, secretaris en griffier van den Bosch en Hesther, de dochter van Johan van Achelen en zoo zal het geschied zijn, dat Maria van Heynsbergen, als eenige dochter en erfgename van mr. Thomas van Heynsbergen 1) en Hesther van den Ancker (die denkelijk ook eene dochter van genoemde echtelieden Van den Ancker was), dit huis erfde; zij bracht het ten huwelijk aan haren man mr. Anthony van der Horst, advocaat te den Bosch; na haar overlijden verkocht deze, zoomede de kinderen, die hij van haar had, welke kinderen, zooals op blz. 199 reeds is gezegd, waren mr. Johan Anthony van der Horst, ook advocaat te den Bosch; Lucretia van der Horst, echtgenoote van den luitenant Hendrick Croin; Maria van der Horst, echtgenoote van Gerardus Bartholomeus Drolenvau; Johanna en Henrietta van der Horst, - dit huis den 24 Februari 1700, (Reg. n°. 513 f. 159 vso), als wanneer het werd omschreven als eene fraaye, wel geproportionneerde huysinge, erve, hoff ofte middelplaets, achterhuys met eenen looden regenback, staende in de Kerkstraet tegenover de Crullestraet, genaemt de Gulde Arent, neffens huys ende erve der erffgenaemen Simons van Bethmeer eertij ts, nu de heer Noorenbergh, rector van de Latijnsche schoole, ter merckwaert ex uno, ende neffens huijs ende erve, eertijts de wed. ende dochteren mr. Bernaert van Hoolik, nu Willem Vreggen 2), naer St. Janskercke ex alio, streckende voor van de gemeene Kerckstraet tot aen ende op St. Annaplaets, achterwaerts uytgaende, aan Sr. Theodorus van Berckel, silversmith binnen dese stadt (den Bosch).
Genoemde van Berckel was behalve zilversmid ook nog medailleur; de Regeering van den Bosch, die in navolging van eenige andere stedelijke regeeringen van ons land den 3 Novem-
| 318 |
ber 1703 en 29 Augustus 1704 besloten had, dat aan hare leden als presentiegeld zilveren stadhuispenningen ter innerlijke waarde van 10 of 11 stuivers zouden worden uitgereikt, sloot daarom met hem een contract om voor rekening der stad stadhuispenningen te schroeven. Zoo gebeurde het, dat voornoemde van Berckel de Bossche stadhuispenningen maakte, die het jaartal 1705, 1711, 1713, 1721, 1722, 1723, 1725, 1726,1727, 1729 en 1732 dragen 3); op eenige dezer penningen plaatste hij zijn naamteeken T. v. B. of enkel B. Hij was in 1660 te Keulen geboren 4) en stierf in den Bosch 25 Januari 1734; zijne vrouw was Theodora van Meverden, overleden 3 Aug. 1741, van wie hij had:
a. Anna Maria, huwde, zooals wij op blz. 304 reeds zagen, met François Potters, koopman te den Bosch;
b. Johanna Wilhelmina, huwde met Hendrick Potters, wijnkooper te Rotterdam, den broeder van genoemden François;
c. Johannes Hendricus, kanonik te Xanthen, alwaar hij stierf in 1792;
d. Theodorus Everardus, over wien hierna;
e. Catharina Susanna, huwde met 1°. 1736 den bierbrouwer Jacob Hack, weduwnaar van Maria Cornelia van Arnhem; hij was geboren te Kessel bij Lith en woonde in 1736 te den Bosch op den Vughterdijk in het huis de Drie Morianen (zie Dl. I p. 295); 2°. 1745 Hendrick Botti, bierbrouwer, geboren te Maastricht en wonende te Den Bosch 5).
| 319 |
De sub a-e genoemde kinderen erfden van Allegonda de Meyere 6) weduwe van mr. Henricus Josephus van Kerrenbroeck, burggraaf van Grimberghe, wiens tweede vrouw zij was, eene bouwhoeve in den Stokhoek onder St Michiels-Gestel, bestaande in huis, schuur, speelhuis, genaamd het Duifhuis, tuin, boomgaard en bouwland en verkochten die 14 October 1758 aan Cornelis Beckers, woonachtig te den Bosch (Reg. n°. 573 f. 191 vso).
Theodorus Everardus van Berckel, hiervoren sub d genoemd, werd 24 December 1708 te den Bosch geboren en stierf aldaar 11 Maart 1770; hij was er goud- en zilversmid en volgde zijnen vader op in diens zaak, die hij waarschijnlijk in diens huis de Gulden Arend dreef. Reeds zeer kort na diens dood en wel op 16 Maart 1734 contracteerde de Regeering van den Bosch met hem over het schroeven en leveren van stadhuispenningen op dezelfde voorwaarden als zulks met zijnen vader was overeengekomen. Denkelijk vervaardigde hij daarop voor den Bosch de stadhuispenningen met de jaartallen 1734, 1735, 1738, 1739 en 1741, doch zijn naamteeken staat er niet op; maakte hij ze, dan liet hij het na het er op te plaatsen, omdat zij slechts geringe kunstwaarde hadden. Zijne weinige bedrevenheid in het hanteeren der graveerstift zal hem ook hebben doen besluiten om het maken van de stadhuispenningen, die in 1741 geslagen werden op den aanleg van den straatweg van den Bosch op Eindhoven, op te dragen aan den bekwamen stempelsnijder J.C. Marmé, graveur van de Munt te Kleef, die ook de Bossche stadhuispenningen, geslagen op den vrede van Aken van 1748, gesneden heeft.
Theodorus Everardus van Berckel meergenoemd huwde Catharina Backers, geboren 1714 en gestorven 2 Sept. 1786, (dochter van Hendrik, koopman te den Bosch en Barbara van Boxmeer), die hem o.a. schonk a. eene dochter Theodora,
| 320 |
geboren te den Bosch 11 April 1735, welke in 1754 huwde met den kunstschilder Godefridus van Amelsvoort en hem schonk een zoon Quirinus van Amelsvoort, den bekenden historieschilder; b. een zoon Theodorus Victor, over wien hieronder en c. een zoon Dr. Petrus Josephus van Berckel, burgemeester van den Bosch, aldaar geboren 16 Juni 1741 en kinderloos overleden 20 Mei 1817. Theodorus Victor van Berckel, hiervoren sub b. genoemd, die als stempelsnijder eene Europeesche vermaardheid verkreeg, werd in den Bosch geboren 21 April 1739, vermoedelijk in het huis de Gulden Arend, want hij werd in het R.K. bedehuis van St. Jan, dat in de nabijheid daarvan stond, gedoopt, hetwelk volgenderwijze in het doopregister van die kerk vermeld staat:
21 April 1739 baptisatus est Theodorus Victor, filius legitimus Theodori van Berckel et Catharinae Backers, conjugum. Susceperunt Reverendus Dominus Joannes Henricus van Berckel, canonicus et Maria van Boxmeer.
Zijn vader leidde hem in zijn vak van goud- en zilversmid op en wilde hem tevens laten leeren het teekenen, dat zijn schoonzoon Godefridus van Amelsvoort hem moest onderwijzen; hij toonde daarbij zoo weinig aanleg, dat van Amelsvoort menigmaal tot zijne vrouw zeide, dat hij hem geen onderricht meer zou geven als zij niet zijne zuster was. Eindelijk ontwaakte het talent in dezen van Berckel en de eerste proeve, welke hij van zijne kunst gaf, schijnt een Bossche stadhuispenning met het jaartal 1706 (het laatste cijfer is blijkbaar weggesneden) geweest te zijn; hij maakte dien naar eenen stadhuispenning, door zijnen grootvader van Berckel vervaardigd, doch graveerde dien naar den trant van Marmé. Zijn vader deed hem daarop voor een jaar bij laatstgenoemde in de leer tegen betaling van fl 700; in dien leertijd graveerde hij waarschijnlijk de keerzijde van een Bosschen stadhuispenning van 1741, waarop het naamteeken B. staat; hij zal dit hebben kunnen doen, omdat van dien penning, welke op den aanleg van den straatweg van den Bosch op Eindhoven geslagen was, zoovele exemplaren gemaakt moesten worden, dat de stempels
| 321 |
daarvan meermalen vernieuwd moesten worden en hij daarom de keerzijde van een daarvan op het atelier van zijnen leermeester Marmé zal hebben mogen graveeren. Nadat hij van uit Kleef in den Bosch teruggekeerd was, kwam hij in de goud- en zilversmederij van zijnen vader, waarin hij bleef totdat hij in 1763 in het huwelijk trad met zijne na te noemen vrouw. Intusschen had hij zich als een uitstekend medailleur doen kennen bij het vervaardigen van de Bossche Stadhuispenningen van 1761, 1762 en 1763. In laatstgezegd jaar begaf hij zich naar Rotterdam metterwoon en richtte hij toen aldaar voor eigen rekening eene zilversmederij op. Van uit die stad verspreidde zich zijn naam als kundig medailleur weldra naar het buitenland, zoodat hij reeds in 1776 door Hertog Karel van Lotharingen benoemd werd tot graveurgeneraal van H. M. munten in de Oostenrijksche Nederlanden te Brussel; hij graveerde aldaar tal van munten en penningen, waarvan de een al mooier was dan de andere, zoodat hij zijn naam van hoogst bekwaam stempelsnijder voor goed gevestigd werd. Bij den inval der Fransche Republikeinen in België in 1792 week hij met zijn talrijk gezin naar den Bosch, vanwaar hij in 1796 weder naar Brussel schijnt gegaan te zijn, daar toch den 22 Juli van dat jaar zijn zoon Petrus Cornelis, woonachtig te den Bosch, voor Schepenen aldaar verklaarde, dat zijn vader Theodorus, graveur, geboren in den Bosch, zich sedert eenigen tijd hebbende verwijderd om zijn vak uit te oefenen, dientengevolge is gebracht op de lijst der emigranten te Brussel en dat hij wenschte, dat deze daarvan zou worden geroyeerd. In 1802 was hij te Xanthen, alwaar hij den 3 November van dat jaar het ongeluk had zijne vrouw te verliezen. Hij werd vervolgens tweede graveur aan de Keizerlijke munt te Weenen, als hoedanig hij weldra werd gepensioneerd. In 1803 vestigde hij zich weder in den Bosch metterwoon, alwaar hij overleed 19 September 1808; in de St. Janskerk aldaar werd hij begraven en wel in het graf der echtelieden van Berckel-van Coudenhove.
| 322 |
Zijne vrouw was Maria Anna van Nouhuys, dochter van Jacobus, die geboren werd te Lith en in den Bosch aan de Schapenmarkt het huis het Gulden Hoofd bezat en Elisabeth van den Hoven. Zij schonk hem vele kinderen, die allen ongehuwd bleven en zoo stierf met hen uit de familie van hunnen naam, die eens tot de voornaamste van den Bosch had behoord.
Catharina Susanna van Berckel, de tante van den beroemden stempelsnijder van Berckel, had van hare ouders het huis de Gulden Arend geërfd, van wie het op zijne beurt erfde haar zoon Theodorus Josephus Hack, bierbrouwer te den Bosch, die het 8 November 1774 verkocht aan Lodewijk Blanchart.
Laatstgenoemde Hack huwde met Johanna Catharina de Collinet de Stockheim, weduwe van mr. Guillelmus Petrus van Velpe, advocaat te Brussel 7), van wien zij twee dochters had: Mechtilda van Velpe, die jong stierf en Willemina Catharina van Velpe, die in eersten echt huwde met Frederik Leonard baron van Heylman, luitenant der dragonders. Meergenoemde Hack betrouwde van zijne voormelde vrouw een vierde in het goed Zwijnsbergen, dat zij den 19 November 1763 voor zich en hare kinderen gekocht had van Cornelis Bles te Tilburg en Johan Mastenbroek te Helvoirt, die het 25 April 1759 hadden gekocht van Elisabeth Jannette, weduwe en erfgename van Albertus Barkemeyer, apotheker te den Bosch. Na doode zijner vrouw verkocht hij den 9 Februari 1776 dat één vierde aan voorzegden baron van Heylman, wiens vrouw daarin reeds het overige drie vierde bezat.
Theodorus Josephus Hack meergenoemd had van zijne vrouw slechts één kind, Jacobus Hack, dat ongehuwd stierf.
Het hierbedoeld huis is thans het eigendom van Theodorus Pels, secretaris der gemeente den Bosch, wiens familienaam tallooze malen in de Bossche Schepenakten voorkomt, zooals hiervoren reeds dikwerf is gebleken.
Van af dit huis stonden, vóór dat de tegenwoordige
| 323 |
Nederduitsch-Hervormde kerk van den Bosch gebouwd werd, tot aan de Gasselstraat, waarvan de eigenlijke naam is de Oude Gasthuisstraat 8), langs de Kerkstraat verscheidene huizen; die allen bij den bouw van gezegde kerk werden afgebroken. Schuins tegenover het huis de Gulden Arend staat aan de overzijde der Kerkstraat naast het huis de Ossekop het huis De vergulde A.B.C. | 324 |
Noten | |
1. | In eene Bossche Schepenakte van 24 Februari 1700 heet hij mr. Anthony van Heynsbergen. |
2. | Hij was toen smid in den Bosch. |
3. | Hij sloeg voor rekening van de stad er ook eenigen van in goud. |
4. | Blijkens eene genealogie, berustende in de verzameling handschriften van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord Brabant, behoorde hij tot de adellijke Bossche familie van Berckel en waren zijne voorouders de volgende: Peter Johanszn van Berckel h. Josina van Eyck. Hun zoon was: Joost van Berckel h. N.N. Hun zoon was: Rutger van Berckel, schepen van den Bosch, h. N.N. Hun zoon was: Theodorus van Berckel h. Ulanda Kuysten. Hun zoon was: Joost van Berckel h. Cornelia van Orthen. Hun zoon was: Johan van Berckel h. 1657 Anna Christina Leibrich; zij warende ouders van den hierbedoelden zilversmid Theodorus van Berckel. |
5. | Hij verwekte bij zijne genoemde vrouw deze kinderen: Matheus Josephus Botti; pastoor te Strijp en Catharina Botti. |
6. | Zij werd te Hoogstraten geboren en huwde in 1730 met mr. Henricus Josephus van Kerrenbroeck, toen weduwnaar van Mechtildis van Beugen. |
7. | Zij was in 1757 met hem gehuwd geweest en woonde toen op den adellijken huize Ringelenberg onder Huisseling. |
8. | Over den zonderlingen schoenlapper, die omstreeks het jaar 1529 in deze straat woonde, zie men van Heurn Historie I. p. 466 en Dr. C.R. Hermans Kronijken p. 102. |
1865 | J.B. Leijten (tamboer-majoor der dienstdoende schutterij) - J.M. Nederveen (mr. zadelmaker) |
1875 | P. van den Braak (winkelier in kruidenierswaren) |
1908 | P.J. Boeren (schoenmakerij) |
1910 | P.J. Boeren (schoenmakerij) |
1928 | A.W.C. Boelens |